Blog
Kies rubriek
  • Alle
  • actueel
  • kijk/lees-tips
  • Risk & Governance
What if

Avonturiers gezocht voor pensioenfondsbestuur

 

Diversiteit in pensioenfondsbesturen is al enkele jaren een bekend begrip. Vaak gaat
het dan over de verdeling tussen mannen en vrouwen, jongeren en ouderen of de
culturele achtergronden binnen een fondsbestuur. Dit alles met als doel een
evenwichtige besluitvorming te bereiken en daardoor de kwaliteit van het bestuur
te verbeteren.

Een andere invalshoek van diversiteit is kijken naar de persoonlijke risicohouding van
bestuursleden, een nog onderbelicht aspect. Profiteert het pensioenfondsbestuur van
verschillende vormen van risico-denken of is risico-diversiteit niet gewenst? En hoe
avontuurlijk durft een fondsbestuur te zijn?

Risicohouding als bestuur en als persoon
Risicohouding is binnen het bestuur vooral bekend als onderdeel van de strategie. Het
gaat dan over hoeveel risico een pensioenfonds bereid is te nemen, gegeven de
doelstellingen van het bestuur. Denk aan de gewenste dekkingsgraad,
premiedoelstellingen en indexeringsambities. Er bestaat echter ook zoiets als
persoonlijke risicohouding. Die geeft inzicht in voorkeursgedrag als het gaat om
waarnemen, reageren op en het beheren van risico’s. De persoonlijke risicohouding
geeft aan hoe de perceptie van onzekerheid en ambiguïteit iemands denken en
handelen beïnvloedt. Heeft een bestuurslid bijvoorbeeld behoefte aan zekerheid en
voorspelbaarheid of handelt hij juist graag vanuit impulsiviteit?

Risicomijders én onconventionele denkers nodig
Verschillen in persoonlijke risicohouding in een bestuur kunnen op een constructieve
manier bijdragen aan de doelen van een pensioenfondsbestuur. Zo is een fonds zeker
gebaat bij voorzichtig en bedachtzaam opererende bestuursleden. Maar niet
uitsluitend; een risicomijdend bestuur kan zelfs een risico vormen voor een
pensioenfonds. Om in een dynamisch speelveld te opereren, zijn ook flexibele,
onconventionele denkers nodig.

Het ligt voor de hand dat een pensioenfondsbestuur voorzichtig opererende
bestuursleden nodig heeft die vooraf gedegen analyseren wat er mis kan gaan en
daarop anticiperen. Het bestuur heeft immers de verantwoordelijkheid voor (een deel
van) de financiële toekomst van vele huishoudens. Dat vraagt om zorgvuldig handelen
en een gestructureerde aanpak.

Tegelijkertijd vereisen snel op elkaar volgende veranderingen op sociaal,
maatschappelijk, politiek en economisch gebied het vermogen om wendbaar te
reageren. Een bestuur dat hangt naar zekerheid en op veilig wil spelen, kan kansen
missen en door de focus op detail het groter geheel niet overzien.
Pensioenfondsbestuurders moeten ook in staat zijn na te denken over strategie en
doelen zonder exact te weten hoe het landschap eruit komt te zien. Dat vraagt een
hoge mate van inlevingsvermogen, flexibiliteit en een bepaalde mate van
onbevangenheid voor onzekerheden. Juist deze competenties zijn nauw verbonden
met het risicoprofiel van meer risicotolerante personen. Heeft een bestuur flexibiliteit,
veerkracht en wendbaarheid nodig, dan is het belangrijk om die manier van denken en
handelen toe te voegen aan het besluitvormingsproces.

Zorgen voor diversiteit: drie manieren
Er zijn grofweg drie manieren om te zorgen voor diversiteit in risicohouding in een
fondsbestuur. Een natuurlijke manier is te zorgen voor meer variatie in de verschillende
vormen van risicoperceptie van de bestuursleden. Een tweede manier is om één of
meerdere bestuursleden de rol van flexibele denker op zich te laten nemen. Dat kan
soms lastig zijn als die manier van denken ver weg staat van iemands natuurlijke
risicohouding. De derde en laatste manier is hulp inschakelen van buitenaf,
bijvoorbeeld wanneer flexibel denkvermogen nodig is. Deze manier van werken zou de
slagvaardigheid van het bestuur kunnen belemmeren, omdat het dan telkens ‘anders
denkenden’ moet binnenhalen.

Papieren werkelijkheid
Voordat pensioenfondsbesturen en masse bestuursleden aantrekken met het profiel
van Indiana Jones is het goed te beseffen dat diversiteit op papier het halve werk is.
Een bestuur kan diversiteit pas verzilveren als het ervoor zorgt dat de verschillende
geluiden ook echt onderdeel zijn van de discussie en de besluitvorming. Elkaar
scherp houden en luisteren naar ideeën en veronderstellingen die buiten iemands
comfortzone liggen.

Daar ligt de kracht: openstaan voor andere denkbeelden, elkaar zonder te
overschreeuwen overtuigen, zodanig dat elk bestuurslid zich in een volgende discussie
uitgenodigd blijft voelen mee te doen.

Er is een breed spectrum aan risicotypen, met daarin twee uitersten:
Risico-averse typen: kunnen zich onveilig voelen in onbekende situaties,
hebben baat bij veel structuur en conventies en hanteren een hoge mate van
zelforganisatie
Risicotypen met hoge risicotolerantie: houden makkelijk het hoofd koel bij
onverwachte ontwikkelingen, denken vrij na over verschillende mogelijkheden
zonder zich te laten afremmen door het bedenken van allerlei risico’s, handelen
graag impulsief en kunnen ongestructureerd te werk gaan.

NB: Een flexibele, onconventionele denker is iets anders dan een roekeloze durfal.
Risicotolerant en roekeloos zijn twee verschillende zaken. Risicotolerantie gaat over
veerkracht en het vermogen vrij te denken zonder gelijk zorgen te maken over wat er
mis kan gaan. Roekeloosheid gaat over onverantwoord gedrag en lichtvaardig omgaan
met andermans belangen. Dat gedrag is in geen enkel bestuur wenselijk.