Blog
Kies rubriek
  • Alle
  • actueel
  • kijk/lees-tips
  • Risk & Governance
What if

wij iets konden leren van het Lodewijk-de-Waal-experiment?

Lodewijk de Waal: Don Quichot van de Zuidas
In mei dit jaar eindigde de zittingstermijn van Lodewijk de Waal als overheidscommissaris in de beloningscommissie van ING. Hij stelde zich niet herkiesbaar. Dat was het einde van een bewogen periode. De verwachting was hooggespannen bij zijn aantreden als ‘staatscommissaris’: hij was ‘the best man for the job’. Maar na een eerste rondje bonussen uitdelen sloeg die hooggespannen verwachting om in grote teleurstelling. De man die Wim Kok ter verantwoording riep voor het verloochenen van zijn sociale idealen als commissaris, viel van zijn voetstuk. Partijgenoten buitelende over elkaar heen om in niet misverstaande bewoording afstand te nemen van De Waals “falen”. Maatschappelijke verontwaardiging alom.

Lodewijk de Waal was de gebeten hond. Maar is dat terecht? Zouden de grootste criticasters, met Lilian Ploumen voorop, het totaal anders hebben gedaan? Ik denk het niet. Wij kunnen het De Waal niet kwalijk nemen, want het is een illusie om te denken dat één man, zonder enige ervaring in de financiële sector, bij een van de grootste banken van Europa de bonuscultuur eigenhandig verandert.

Om te snappen wat er misging bij het (niet) optreden van De Waal, is de theorie over organisatieculturen van Edgar Schein, voormalig professor aan MIT, verplichte literatuur. Schein legt uit dat een organisatiecultuur wordt bepaald door de ‘basic underlying assumptions’: diepgewortelde onderliggende overtuigingen van wat succesvol gedrag is. Deze overtuigingen zijn verankerd in onze cognitieve structuren. Voor cultuurverandering moeten we onze eigen cognitieve structuren herbeoordelen en veranderen. En omdat de mens cognitieve stabiliteit nodig heeft, gaat het ter discussie stellen van basis-aannames gepaard met angst en defensiviteit, aldus Schein. Daarom zijn die overtuigingen in beginsel ‘nonconfrontable’ en ‘nondebatable’, en dus extreem moeilijk om te veranderen.

Een voorbeeld van zo’n diep gewortelde overtuiging in de financiële sector is dat bonussen nodig zijn om topbestuurders aan te trekken en te behouden. Een zeer opmerkelijke overtuiging, omdat de huidige kredietcrisis het disfunctioneren van deze ‘topbestuurders’ pijnlijk heeft blootgelegd. Als je De Waal bij zijn aantreden in 2009 had voorspeld, dat hij na vier jaar overtuigd zou zijn dat bonussen noodzakelijk zijn, dan had hij waarschijnlijk met never-nooit-niet en ‘read my lips’-retoriek geantwoord.

Wat kunnen wij daarvan leren? De kracht van de onuitgesproken regels, de diepgewortelde overtuigingen van een groep, gaat dwars door logica, consistentie, symboliek, kernwaarden, de waarheid zelf – en dus ook door Lodewijk de Waal heen. Het is namelijk voor het systeem de waarheid; een waarheid, waar men heilig in gelooft. Het standpunt van de eenling tegenover een wereldwijde organisatie van ‘radicale bonusbelievers’ wordt zonder problemen omver geblazen. Zozeer zelfs, dat de eenling zich bekeert en zelf een gelovige wordt. Dat doen de overtuigingen, die altijd onzichtbaar en onbesproken blijven, maar die het handelen en de houding van de groep in hun greep hebben. Ze zijn niet beschreven in ‘codes of conduct’ of de governance paragraaf van het jaarverslag, maar ze bepalen ondertussen wel de houding en sturen het gedrag van onze belangrijke financiële organisaties.

Wil je als organisatie verandering in gedrag en houding realiseren, dan moet je eerst die onderliggende overtuigingen ontrafelen, tegen het licht houden en stevig aan de kaak stellen. Een absolute voorwaarde hierbij is dat de top van de organisatie het voortouw neemt bij het ter discussie stellen van deze basis-aannames. Doe je dat niet, dan blijft elke poging om verandering door te voeren gedoemd te mislukken, ook al heb je een dozijn Lodewijks. Als de diepgewortelde overtuiging overeind blijft, stuurt die de houding en het handelen van de groep en begin je dus zelfs met een veto op zak helemaal niets daartegen. Zolang de financiële sector in het diepst van zijn wezen ervan overtuigd blijft, dat bonussen horen bij de business, is elke Lodewijk de Waal net zo effectief in zijn strijd als Don Quichot van La Mancha.